U kunt een sneltoetscombinatie aanpassen voor verschillende functies. Als de sneltoetscombinatie die u hebt ingesteld voor one-X Call Assistant dezelfde is als die voor een functie in de huidige toepassing, zal de functie die is ingesteld in de toepassing prioriteit hebben over de sneltoets die is ingesteld in one-X Call Assistant.
De standaard sneltoetsen zijn: 212 211
|
|
•Opmerking: Nadat u one-X Call Assistant hebt geïnstalleerd, zal het systeem de standaard sneltoetsen voor Laatste mededeling afspelen, Mededeling dempen, Telefoonstatus en Alle sneltoetsen aankondigen niet weergeven totdat u mededelingen inschakelt.
De sneltoetsen aanpassen:
1. Klik in het meldingsgebied met de rechtermuisknop op het pictogram en selecteer Instellingen.
2. Selecteer Sneltoets. Selecteer de sneltoetscombinatie die u wilt gebruiken.
3. Klik op Sneltoets bijwerken.
4. Klik op OK.
Sneltoetsen gebruiken:
Als u een oproep met sneltoetsen wilt beantwoorden, in wachtstand wilt plaatsen, wilt ophalen of wilt beëindigen in de one-X Call Assistant-berichten, moet de knop Beantwoorden, In Wachtstand, Ophalen of Beëindigen zijn gemarkeerd. U kunt de gewenste knop markeren door op de toets Tab te drukken totdat het systeem de knop markeert.