Oproepen van nummers op deze lijst gaan ook als Niet storen is ingeschakeld over op uw telefoon. De status 'Niet storen' wordt dan wel nog steeds weergegeven.

Dit is enkel van toepassing op oproepen die rechtstreeks naar uw toestelnummer worden gevormd het is niet van toepassing op oproepen naar een huntgroep waar u lid van bent.

Met one-X Portal kunt u nummers van uw persoonlijke telefoonboek en het systeemtelefoonboek toe voegen aan uw lijst uitzonderingen. Nummers die op andere manieren worden toegevoegd, bijvoorbeeld vanaf uw telefoon of door uw systeembeheerder, worden ook getoond in en kunnen worden verwijderd met one-X Portal.

Uw uitzonderingen voor niet storen configureren:

1.Ga naar het tabblad Configureren en selecteer Uitzonderingen Niet storen.

2.De lijst met uitzonderingen verschijnt en als een nummer in de lijst uitzonderingen overeenkomt met een nummer in uw Persoonlijke of Systeemtelefoonboek, wordt ook de naam in de uitzonderingenlijst weergegeven.

Een nummer uit het telefoonboek toevoegen
Klik op het tabblad Persoonlijk of Systeem. Selecteer de contactpersonen die u wilt toevoegen aan uw Uitzonderingen. Voor contactpersonen uit het persoonlijke telefoonboek, wordt het primaire telefoonnummer van de contactpersoon toegevoegd.

Een nummer verwijderen
Om een nummer uit de lijst met uitzonderingen te verwijderen, klikt u op de X naast het nummer.

3.Klik op Opslaan.

Opmerking

1.Er worden geen namen opgeslagen in de uitzonderingenlijst, enkel de nummers. De namen die worden weergegeven in de lijst worden verkregen door het koppelen van nummers in de uitzonderingenlijst met de primaire telefoonnummers. aan de contactpersonen in het telefoonboek door one-X Portal. Als de contactpersoon in het telefoonboek niet langer overeenstemt met het nummer in de uitzonderingenlijst, wordt er geen naam weergegeven.

2.In one-X Portal kunnen momenteel de joker N en X, waarbij N staat voor alle nummers en X voor één cijfer, niet toe. Als u bijvoobeeld alle nummers van 5551000 tot 5551099 toe te laten, voegt u de uitzonderingnummers toe als 55510XX of 55510N. Deze kunnen door uw systeembeheerder worden ingevoerd.